Terug naar inhoudsopgave

Profielbeheer: Gebruikershandleiding Intel(R) PRO/Wireless 3945ABG Netwerkverbinding



Wat is een profiel?

Een profiel is een opgeslagen groep netwerkinstellingen. Profielen worden weergegeven in de profiellijst. Profielen zijn met name handig wanneer u van het ene draadloze netwerk overschakelt naar een ander netwerk. Voor elk draadloos netwerk kan een profiel worden geconfigureerd. De profielinstellingen zijn de netwerknaam (SSID), de uitvoermodus en de beveiligingsinstellingen.

Voordat u verbinding maakt met een draadloos netwerk, maakt u een profiel.

  1. Selecteer een netwerk in de lijst Draadloze netwerken.
  2. Klik op Verbinden.
  3. Als voor het draadloze netwerk een WEP-wachtwoord of coderingssleutel nodig is, geeft u het wachtwoord op. Als u de beveiligingsopties wilt wijzigen, klikt u op Geavanceerd om de pagina Beveiligingsinstellingen van de wizard Profiel te openen.
  4. Klik op OK om de verbinding tot stand te brengen. Het profiel wordt gemaakt en toegevoegd aan de profiellijst.

De wizard Profiel begeleidt u bij het kiezen van de instellingen die nodig zijn voor de verbinding met het draadloze netwerk. Bij voltooiing van de wizard wordt het profiel opgeslagen en toegevoegd aan de profiellijst. Aangezien de instellingen voor het draadloze netwerk zijn opgeslagen, wordt u de volgende keer dat u in het bereik van het netwerk bent, automatisch verbonden.


Profiellijst

In de profiellijst worden de bestaande profielen weergegeven. Wanneer u in het bereik van een draadloos netwerk komt, zoekt Intel PROSet/Wireless in de profiellijst naar een bijpassend profiel. Als dat wordt gevonden, wordt u automatisch verbonden met het netwerk.  

Pijlen bij de lijst met profielen


Pictogrammen in de profiellijst

De profielpictogrammen geven aan of de adapter gekoppeld is aan een netwerk, welke uitvoermodus wordt gebruikt en of codering ingeschakeld is. Deze pictogrammen worden naast de profielnaam in de lijst weergegeven.

Naam

Omschrijving

Profielnaam

Profielen zijn netwerkinstellingen waarmee de draadloze adapter verbinding kan maken met een netwerktoegangspunt (infrastructuurmodus) of direct met een andere computer (apparaat-naar-apparaat of ad-hocmodus).

Netwerknaam

Naam (SSID) van het draadloze netwerk of de andere computer.

Verbindingspictogrammen - De verbindingspictogrammen geven aan wat de status is van de verbinding van de adapter met een draadloos netwerk, welke uitvoermodus wordt gebruikt en of het netwerk beveiligd is.

Blauwe cirkel: De draadloze adapter is gekoppeld aan een toegangspunt of computer (ad-hocmodus). Als de 802.1x-beveiliging in een profiel is ingeschakeld, wordt hiermee aangegeven dat de adapter is gekoppeld en geverifieerd.

Hiermee wordt de infrastructuurmodus aangegeven.

Hiermee wordt de ad-hocmodus (apparaat naar apparaat) aangegeven.

Hiermee wordt een beheerdersprofiel aangegeven.

Voor het draadloze netwerk wordt codering gebruikt voor de beveiliging.

Pijlen

Gebruik de pijlen om de volgorde van de profielen te wijzigen.

  • Pijl omhoog: Het geselecteerde profiel één positie hoger in de profiellijst plaatsen.
  • Pijl omlaag: Het geselecteerde profiel één positie lager in de profiellijst plaatsen.

Verbinden

Hiermee wordt een verbinding gemaakt met het draadloze netwerk met behulp van het geselecteerde profiel.

Toevoegen

Hiermee kunt u een nieuw profiel maken met de wizard Profiel. Zie Een nieuw profiel maken voor meer informatie.

Verwijderen

Hiermee kunt u een geselecteerd profiel verwijderen uit de profiellijst. Zie Een profiel verwijderen voor meer informatie.

Eigenschappen

Hiermee kunt u de inhoud van een bestaand profiel bewerken. Als u een profiel wilt bewerken, kunt u ook in de profiellijst dubbelklikken op het profiel. Zie Een bestaand profiel bewerken voor meer informatie.

Exporteren/importeren: Met deze functie kunt u gebruikersprofielen importeren in en exporteren uit de profiellijst. Profielen voor draadloze verbindingen kunt u automatisch importeren in de profiellijst. Zie Profielen importeren en exporteren voor meer informatie.

Sluiten

Hiermee sluit u het venster voor profielbeheer.


Verbinding maken met een netwerk via een profiel

Wanneer u in het bereik van een draadloos netwerk met een bijpassend profiel komt, wordt u automatisch verbonden met dat netwerk. Als een netwerk met een profiel met een lagere prioriteit ook binnen uw bereik is, kunt u een verbinding met dat netwerk forceren. U doet dit vanuit Intel PROSet/Wireless of vanaf het taakbalkpictogram.

Handmatig via een profiel verbinding maken vanuit Intel PROSet/Wireless

  1. Dubbelklik op het taakbalkpictogram om het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless te openen.
  2. Klik op Profielen om toegang te krijgen tot de profiellijst.
  3. Selecteer het profiel in de profiellijst.
  4. Klik op Verbinden. Opmerking: de verbinding wordt alleen tot stand gebracht als het draadloze netwerk binnen uw bereik is.

Handmatig via een profiel verbinding maken vanaf het pictogram op de taakbalk

  1. Klik met de rechtermuisknop op het taakbalkpictogram van Intel PROSet/Wireless.
  2. Klik op Verbinding maken met profiel.
  3. Selecteer een profiel.
  4. Klik om de verbinding tot stand te brengen.

Een nieuw profiel maken

Selecteer een netwerk in de lijst Draadloze netwerken. Klik op Verbinden. De wizard Profiel begeleidt u bij de stappen die nodig zijn om een profiel te maken en verbinding met het netwerk te maken. Tijdens dit proces probeert de wizard de goede beveiligingsinstellingen voor u te detecteren.

Ga als volgt te werk om een nieuw profiel te maken en een verbinding met een netwerk tot stand te brengen:

  1. Klik in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless op Profielen.
  2. Klik op de pagina Profielen op Toevoegen om de Algemene instellingen van de wizard Profiel te openen.
  3. Gebruik de Algemene instellingen om de profielnaam en naam van het draadloze netwerk op te geven, de uitvoermodus te selecteren en toegang te krijgen tot de Geavanceerde instellingen.

Beschrijving van Algemene instellingen

Naam

Omschrijving

Profielnaam

Naam van het profiel voor de verbinding met het draadloze netwerk.

Wanneer u een draadloos netwerk configureert dat is geselecteerd in de lijst van draadloze netwerken, is de profielnaam gelijk aan de naam van het draadloze netwerk (SSID). U kunt deze naam wijzigen in een meer beschrijvende naam.

Voorbeelden: Mijn kantoornetwerk, Jan’s thuisnetwerk, ABC-bedrijfsnetwerk

Naam draadloos netwerk (SSID)

Naam van het draadloze netwerktoegangspunt waarmee de draadloze adapter is verbonden. De SSID moet exact overeenkomen met de naam die is ingesteld op het draadloze toegangspunt. Namen zijn hoofdlettergevoelig.

Wanneer u een profiel configureert voor een draadloos netwerk dat u hebt geselecteerd in de lijst van draadloze netwerken, wordt de SSID overgenomen uit die lijst. U kunt de naam dan niet wijzigen.

Lege SSID: Als de draadloze adapter een lege netwerknaam (SSID) ontvangt van een verborgen toegangspunt, wordt in de lijst van draadloze netwerken <SSID niet uitgezonden> weergegeven. In dat geval geeft u de werkelijke SSID voor het toegangspunt op. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, worden de lege SSID en de gekoppelde SSID weergegeven in de lijst van beschikbare netwerken.

Uitvoermodus 

Netwerk (Infrastructuur): Verbinding maken met een toegangspunt. Een infrastructuurnetwerk bestaat uit één of meer toegangspunten en één of meer computers met draadloze adapters. Dit is de uitvoermodus die wordt gebruikt in thuisnetwerken, bedrijfsnetwerken, hotels en elders om gebruikers toegang te geven tot het netwerk en/of internet.

Ad hoc (apparaat naar apparaat): Er wordt direct verbinding gemaakt met andere computers in een draadloos ad-hocnetwerk. Deze uitvoermodus is alleen handig voor verbindingen tussen twee of meer computers. Er wordt geen toegang tot resources in het netwerk of internet mee verkregen.

Geavanceerd

Klik op Geavanceerd om de Geavanceerde instellingen te openen. Met de geavanceerde instellingen kunt u opties voor automatische verbindingen of automatisch importeren instellen, een toepassing starten, een profielwachtwoord instellen en een specifiek adres van een toegangspunt opgeven voor de adapterverbinding (verplicht toegangspunt). Zie Geavanceerde instellingen voor meer informatie.

Volgende

Doorgaan naar de pagina Beveiligingsinstellingen.

OK

Hiermee worden de opgegeven instellingen gebruikt voor het profiel.

Annuleren

Hiermee sluit u de wizard Profiel en annuleert u alle wijzigingen.

Help?

Hiermee kunt u de helpinformatie voor deze pagina bekijken.

  1. Klik op de knop Geavanceerd om de volgende opties te zien:

Beschrijving van Geavanceerde instellingen

Naam

Omschrijving

Automatisch verbinden

Automatisch (standaard): Als u deze optie selecteert, brengt Intel PROSet/Wireless automatisch een verbinding tot stand met dit profiel als het netwerk binnen het bereik van de adapter is.

Op aanvraag: Selecteer deze optie om te voorkomen dat automatisch verbinding wordt gemaakt met een netwerk dat binnen het bereik van de adapter is. U kunt deze optie bijvoorbeeld gebruiken wanneer er kosten zijn verbonden aan een draadloze verbinding.

U maakt als volgt verbinding met het netwerk:

  1. Selecteer een netwerk in de lijst van draadloze netwerken.
  2. Klik op Verbinden.

Automatisch importeren

Als deze optie is geselecteerd, kan een netwerkbeheerder het geselecteerde profiel eenvoudig verplaatsen naar andere computers. Wanneer het geëxporteerde bestand in de directory Wireless\AutoImport op een andere computer wordt gezet, importeert Intel PROSet/Wireless het profiel automatisch.

Verplicht toegangspunt

Verplicht toegangspunt: Hiermee wordt de draadloze adapter gedwongen om verbinding te maken met een toegangspunt met een specifiek MAC-adres. Geef het MAC-adres van het toegangspunt (BSSID) op. Het 48-bits MAC-adres bestaat uit 12 hexadecimale cijfers. Bijvoorbeeld: 00:06:25:0E:9D:84. Deze functie is niet beschikbaar wanneer de ad-hocmodus wordt gebruikt.

Wissen: Hiermee wordt het huidige adres gewist.

Wachtwoordbeveiliging

  1. Dit profiel beveiligen met een wachtwoord (maximaal 10 tekens): Selecteer deze optie als u een wachtwoord wilt instellen voor het profiel. Standaard is er geen wachtwoord ingesteld.
  2. Wachtwoord: Geef het wachtwoord op. Wanneer een wachtwoord wordt opgegeven, worden sterretjes in plaats van de tekens weergegeven.
  3. Nieuw wachtwoord bevestigen: Geef het wachtwoord nogmaals op.

Toepassing starten

Als u deze optie selecteert, kan automatisch een batchbestand, uitvoerbaar bestand of script worden uitgevoerd wanneer u het profiel gebruikt om verbinding te maken. U kunt bijvoorbeeld automatisch een VPN-sessie (Virtual Private Network) starten wanneer u verbinding maakt met een draadloos netwerk.

  1. Klik op Toepassing starten inschakelen.
  2. Geef de naam op van het programma dat u wilt starten of klik op Bladeren om het bestand te zoeken op de harde schijf.
  3. Klik op OK om de pagina Geavanceerde instellingen te sluiten.

OK

Hiermee sluit u het dialoogvenster en worden wijzigingen opgeslagen.

Annuleren

Hiermee sluit u het venster en annuleert u alle wijzigingen.

Help?

Hiermee kunt u de helpinformatie voor deze pagina bekijken.

  1. Klik op de pagina Algemene instellingen op Volgende om de pagina Beveiligingsinstellingen te openen.

  1. Selecteer opties voor de netwerkverificatie en gegevenscodering. Geef de instellingen voor de coderingssleutel op en configureer de vereiste 802.1x-instellingen. Zie Beveiligingsinstellingen voor meer informatie.

  1. Klik op OK wanneer u klaar bent met de profielinstellingen. De wizard Profiel wordt beëindigd en u keert terug naar het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless. Als u profielinstellingen wilt wijzigen of verifiëren, klikt u op Vorige.
  2. Als u nog geen verbinding hebt met een netwerk, detecteert Intel PROSet/Wireless het nieuwe profiel en wordt automatisch geprobeerd om een verbinding tot stand te brengen met gebruikmaking van het nieuwe profiel.
  3. Als u handmatig verbinding wilt maken met behulp van het profiel, klikt u op Verbinden. Het verbindingspictogram geeft de huidige status van de verbinding aan. De netwerknaam, transmissiesnelheid, ontvangstsnelheid en signaalkwaliteit worden ook weergegeven.

Een bestaand profiel bewerken

Ga als volgt te werk om een bestaand profiel te bewerken:

  1. Klik op Profielen in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless.
  2. Selecteer in de profiellijst het profiel dat u wilt bewerken.
  3. Klik op Eigenschappen om de pagina Algemene instellingen te openen.
  4. Klik op Volgende en Vorige om alle algemene instellingen en beveiligingsinstellingen te zien:
  5. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. Klik op Annuleren om het dialoogvenster te sluiten zonder de wijzigingen op te slaan.

Een profiel verwijderen

U verwijdert als volgt een profiel:

  1. Klik op Profielen in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless.
  2. Selecteer het profiel in de lijst.
  3. Klik op Verwijderen. Er verschijnt een melding dat de geselecteerde profielen definitief zullen worden verwijderd. Wilt u doorgaan?
  4. Klik op Ja. Het profiel wordt verwijderd uit de profiellijst.

Als u nog altijd met het netwerk bent verbonden:

  1. Klik op Profielen in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless.
  2. Selecteer het profiel in de lijst.
  3. Klik op Verwijderen. Er verschijnt een melding dat de geselecteerde profielen definitief zullen worden verwijderd. Wilt u doorgaan?
  4. Klik op Ja. Er verschijnt een melding dat <profielnaam> actief is en definitief zal worden verwijderd. Wilt u doorgaan?
  5. Klik op Ja. Het profiel wordt verwijderd uit de profiellijst.

Een profielwachtwoord instellen

Ga als volgt te werk om een wachtwoord in te stellen voor een bestaand profiel:

  1. Klik op Profielen in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless.
  2. Selecteer het profiel in de lijst.
  3. Klik op Eigenschappen om de pagina Algemene instellingen te openen.
  4. Klik op Geavanceerd om de pagina Geavanceerde instellingen te openen.
  5. Klik op Wachtwoordbeveiliging om de pagina met instellingen voor de wachtwoordbeveiliging te openen.
  6. Klik op Dit profiel beveiligen met een wachtwoord (maximaal 10 tekens).
  7. Wachtwoord: Geef het wachtwoord op.
  8. Wachtwoord bevestigen: Geef het wachtwoord nogmaals op.
  9. Klik op OK om de instelling op te slaan en terug te keren naar de pagina Algemene instellingen.
  10. Klik op OK om terug te keren naar het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless.

Profielen exporteren of importeren

Met deze functie kunt u gebruikersprofielen exporteren uit en importeren in de profiellijst. Profielen voor draadloze verbindingen kunt u automatisch importeren in de profiellijst.

Opmerking: Als u beheerderprofielen wilt exporteren, raadpleegt u Beheerpakketten voor meer informatie.

Profielen exporteren uit de profiellijst

  1. Selecteer één of meerdere profielen in de lijst.
  2. Selecteer Exporteren om één of meer profielen te exporteren uit de profiellijst.
  3. Selecteer de doelmap. Klik op Bladeren om op de harde schijf te zoeken naar de doelmap. De standaardmap is C:\.

  1. Klik op OK om het geselecteerde profiel te exporteren. Het volgende bericht verschijnt: De geselecteerde profielen zijn goed geëxporteerd naar de doelmap: C:\.

U selecteert als volgt meerdere profielen:

  1. Gebruik de muis om een profiel te markeren.
  2. Druk op Ctrl.
  3. Klik op elk profiel dat u wilt selecteren. Volg de instructies van Stap 2 hierboven om meerdere profielen te exporteren.

Profielen importeren in de profiellijst

Ga als volgt te werk om een profiel handmatig te importeren:

  1. Klik op Importeren op de pagina Profielen.
  2. Selecteer de profielbestanden die u wilt importeren.
  3. Klik op Importeren.
  4. Wanneer het profiel zonder fouten is geïmporteerd, verschijnt daarover een melding.
  5. Klik op OK.
  6. Klik op Sluiten om terug te keren naar het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless.

Een beheerder kan profielen zo instellen dat deze automatisch worden geïmporteerd in de profiellijst. Hiertoe controleert Intel PROSet/Wireless de importmap op de harde schijf op nieuwe profielbestanden. Alleen profielen waarvoor Automatisch importeren inschakelen is geselecteerd op de pagina Geavanceerde instellingen, kunnen automatisch worden geïmporteerd. Als er al een profiel met dezelfde naam bestaat in de profiellijst, wordt u gevraagd te kiezen of u het geïmporteerde profiel aanvaardt of afwijst. Als u het accepteert, wordt het bestaande profiel vervangen.

Alle geïmporteerde gebruikersprofielen worden onderaan in de profiellijst geplaatst.

Profielen met een wachtwoord

U kunt gebruikersprofielen die zijn beveiligd met een wachtwoord, automatisch exporteren naar en importeren op systemen op afstand. Als een profiel is beveiligd met een wachtwoord, kan het alleen worden bewerkt, als het wachtwoord is opgegeven. Zie Een profielwachtwoord instellen voor meer informatie.


 


Terug naar boven

Terug naar inhoudsopgave

Voorwaarden voor het gebruik